tse-tse-art
galerie voor hedendaagse Afrikaanse kunst

De Poto-Poto school

In Centraal Afrika is het grafisme steeds nutsgericht en ritueel geweest : men schilderde op de gevels van de huizen of op de grond om de boze geesten weg te houden of de goede geesten aan te trekken.

Rond 1940 importeerden de Europese schilders in Centraal Afrika een nieuwe benadering, nieuwe gedachten en nieuwe technieken. De eerste generatie congolese schilders begon zich te vormen volgens de academische principes onderwezen door de kunstenaars uit Europa. Het is de periode van Faustin Kitsiba, Eugène Malonga, Guy Léon Fylla (momenteel nestor van de Congolese schilders).

In 1951 wil de Franse kunstschilder Pierre Lods de vrije expressie aanmoedigen, zonder academische principes en zonder stilistische verplichtingen. De Poto-Poto School ontluikt. Deze wijze van schilderen, getuigend van een merkwaardige vitaliteit, zal het symbool worden van de culturele ontwikkeling van onafhankelijk Afrika, het zoeken naar een eigen identiteit. Het is de periode van Félix Ossiali, Nicolas Ondongo, Philippe Ouassa, Thango, François Iloki, Marcel Gotène. Op een dag lanceerde  Félix Ossiali, kleine infantiele personages tekenend, de stijl van de “Mickeys” (‘klein’ in het Lingala). Deze stijl zal in gans Afrika gekopieerd worden, en charmeert nog steeds.

  

De tweede generatie van schilders van de Poto-Poto School aanvaardt ten volle de erfenis van Pierre Lods, gaande van de Afrikaanse traditie naar het universeel modernisme. Ze wagen zich aan meer naturalistische, impressionistische en abstracte producties. Ze beperken zich niet meer tot de productie van “Mickeys”. Ze schilderen het dagelijks leven in het dorp, in de stad, op de markt, in het bos. Sommige kunstenaars maken werken met een maatschappelijke boodschap (democratie, prostitutie, …). En bij gebrek aan verftubes aarzelen ze niet ook natuurlijke producten te gebruiken zoals leem, kool, zaagsel en hars. Op hun kunstwerken is steeds de afkorting PPP aangebracht (Peintre de Poto-Poto). Bij verkoop wordt automatisch 30% gestort in een gemeenschappelijke kas om de goede werking van de Poto-Poto School te verzekeren. Kunstenaars zijn Pierre Claver N’Gampio, Sylvestre Mangouandza, Jacques Iloki, Gerly Mpo, Antoine Sitta, Adam Opou, Serge Dezon, Léticia Mahoungou, Thierry Bongoualenga, René Bokoulemba, Romain Sylvère Mayoulou, Vanessa Agnagna, Albin Massa, Aris Dihoulou …

Maar er zijn ook nog de buitengewoon talentvolle onafhankelijken. De schilders uit Brazzaville onderscheiden zich door hun multidirectionele stijl (meerdere richtingen), in tegenstelling tot de schilders uit Kinshasa die momenteel hoofdzakelijk een sociale boodschap brengen. Hun personaliteit is dikwijls zeer innemend, hun stijl dikwijls zeer persoonlijk en origineel. Sommigen zijn gevormd in de Poto-Poto School, zoals Annie Moundzota. Anderen, zoals Florence M’Bilampassi, zijn autodidact. Nog anderen werden gevormd in het atelier van hun vader zoals Ehude Makoumbou. Tenslotte kregen sommigen hun opleiding aan de academie voor schone kunsten van Kinshasa, zoals Jonas Bobomba en Alain Boduka, of aan de academie van Brazzaville zoals Gastineau Massamba.

Spijtig genoeg is de koopkracht in Brazzaville gedaald als gevolg van burgeroorlogen en onlusten, en door de schaarste in het land. Daardoor zijn de kansen dat de kunstenaars hun productie kunnen verkopen en meer bekendheid verwerven eveneens fel afgenomen. Het statuut van kunstenaar is meer dan hachelijk, het materiaal is er dikwijls niet, staatstoelagen zijn nagenoeg onbestaand …

terug naar overzicht